3 juli-verhalen van verdwijning
woorden verstommen
tijd, taal niet terugvindend
word je tot leegte
Zittend op de bank staart mevrouw ernstig en verdrietig voor zich uit. Dan begint ze te praten en maakt ze me deelgenoot van
haar angstaanjagende werkelijkheid. “Ik heb zo’n onbehaaglijk gevoel. Alles wordt minder. Alles gaat mis. Mijn ogen zijn niet meer goed. Ik hoor mijn horloge niet meer tikken en in mijn hoofd zit het niet goed. Mijn 'hersens’ werken niet
meer. Ik voel me in de steek gelaten van binnen. Ik heb het gevoel dat ik gek aan het worden ben.”
Ik sla mijn arm om haar heen en zeg dat ze beslist niet gek aan het worden is, maar dat het wel duidelijk voelbaar is voor haar, dat er van binnen
iets aan het veranderen is. Ze vraagt wat ze nog allemaal kan verwachten nu ze zo achteruit gaat. Ik ben voorzichtig eerlijk tegen haar. En erken haar gevoel van wanhoop en eenzaamheid. Ze stelt het op prijs dat we er gewoon en open over praten. Het maakt
haar rustig.
Hierna lees ik haar een kort gedicht voor uit haar lievelingsbundel. Het gaat over ouder worden. Ze luistert aandachtig, herkent haar eigen worsteling in de tekst. Even vraag ik me af of het wel goed was om dit gedicht nu
te kiezen. Maar het helpt haar om te verwoorden wat haar bezig houdt.
“Ik geloof nooit dat het nog goed komt met me. Ik ga hard achteruit. Wat vind jij?”
Ik pak haar handen vast en zeg dat ze inderdaad achteruit gaat.
Ze kijkt me
verdrietig aan: “Ik voel me net een leeg vat.”
“Ik zie dat u verdrietig bent.”
“Verdrietig, ja en bang ... IJzingwekkend bang en leeg. Mijn geheugen verdwijnt ... Ik verdwijn ... Ik ben gewoon een leeg vat. Maar jij
houdt mijn geheugen bij elkaar, hè. Beloof je me dat?”
“Ik zal u, zo goed als ik kan helpen met herinneren en denken, dat beloof ik u.”
Haar bui klaart op en ja, ze heeft zin om samen nog wat te gaan schilderen.